Een nader ecologisch onderzoek volgt wanneer tijdens de Quickscan ecologische waarden is gebleken dat er mogelijk effecten op beschermde plant- of diersoorten zullen optreden als gevolg van een ruimtelijke ingreep. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat er vaste rust- of verblijfplaatsen verloren gaan of beschadigd raken.
Activiteiten of (bouw)werkzaamheden mogen niet in strijd zijn met de verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming. Het nader onderzoek is een soortspecifiek onderzoek, dat gericht is op het in kaart brengen van de functies die een bepaald plangebied heeft voor een beschermde soort. Vervolgens worden ook de effecten van de werkzaamheden/activiteiten beoordeeld.
Het nader onderzoek wijst uit of het benodigd is om een ontheffing of vrijstelling aan te vragen bij het bevoegd gezag. Voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de gebruikelijke protocollen van BIJ12 en het Netwerk Groenebureaus, zoals het vleermuisprotocol.
Voorbeelden van soorten waarvoor nader onderzoek aan de orde is:
- Alle vleermuizen
- Huismus
- Gierzwaluw
- Rugstreeppad
- Zandhagedis
- Ringslang
- Bever
- Buizerd
- Das
- Noordse woelmuis
- Steenuil
- Steenmarter